Verhalen en ideeën voor wanneer meedoen niet vanzelf gaat

Wat leert deze brus van het boek ‘Len en zijn broer’?

Loek (7) leest het boek ‘Len en zijn broer’. Als hij in de supermarkt iets zoekt wat hij heel graag wilt hebben, durft hij het eigenlijk niet te vragen. Maar dan…

Loek wil niet meer altijd mee naar de supermarkt. Maar vorige week had hij een missie: het voetbalplaatjesboek kopen van zijn eigen zakgeld. In de supermarkt roept hij enthousiast: ‘Ik ga even kijken waar het ligt,’ en weg is hij. Even later, terwijl ik groenten en fruit in de kar leg, komt hij weer aangewandeld. Zonder boek in zijn handen.
Wel met een grijns op zijn gezicht. Dat begrijp ik niet. Ik had bij die lege handen minstens een sip gezicht verwacht. Wat leert deze brus van het boek ‘Len en zijn broer’?

 

Voorlezen aan brus Loek

Sinds het exemplaar van ‘Len en zijn broer’ in huis is, lees ik Loek voor.  Loek is een ‘brus’.
Een brus is iemand die een broer of zus met een beperking heeft. Ik vind het soms lastig om deze term te gebruiken, omdat ‘brus’ ook heel veel niet zegt en omdat het voor iedereen anders voelt. Tegelijkertijd is het goed dat er een naam is voor deze broers en zussen, want dat betekent namelijk dat je niet alleen bent in je ervaringen als je een broer of zus met een beperking hebt. En dat lijkt me dan weer heel veel waard.

In ieder geval… onze voorleesmomenten zijn fijn en vrolijk. Loek weet dat ik het geschreven heb. En hij weet ook dat de hoofdpersonen in het boek, gebaseerd zijn op hem en zijn broer.


‘Maar ze maken wel andere dingen mee, mam’, zegt hij na hoofdstuk 19.
‘Ik heb er van alles bij bedacht,’ grijns ik. ‘Er is toch niets leukers dan dingen bedenken en verzinnen!’
Dat herkent Loek blijkbaar, want hij knikt. ‘Maar sommige dingen zijn wel precies hetzelfde als bij ons.’
‘Tja, jij en Arje zijn natuurlijk mijn helden,’ knipoog ik. En ik krijg een knipoog terug.

 

Over het boek ‘Len en zijn broer’

In het boek merkt hoofdpersoon Len (7) op dat hij in alles sneller en beter is dan zijn broer Steef (9), die een verstandelijke beperking heeft. Steef heeft bijvoorbeeld hulp nodig wanneer hij de trap afloopt. Maar Len kan dat prima zelf. Ook rent Len harder en rekent hij beter (véél beter) dan Steef. En dat terwijl zijn broer toch echt 2 jaar ouder en zeker een hoofd groter is.

Wanneer Len’s vader uitlegt dat er ook dingen zijn die Steef beter kan, begrijpt Len dat niet meteen. Het zijn dingen die niet meteen opvallen, die je alleen ziet als je er goed op let.

Zo staat Len soms met zijn mond vol tanden, maar is Steef voor niemand bang. Steef is ook nooit verlegen en knoopt zonder aarzelen met iedereen een praatje aan.

‘Dat heeft Arje ook!’ roept mijn jongste verrast als ik een stukje lees waaruit dat blijkt.
We babbelen erover. Halen herinneringen op waarbij hij met trots naar de onbevangenheid van zijn broer kijkt. Wat heerlijk om de kans te krijgen om er even anders naar te kunnen kijken samen.

 

Wat leert deze brus van het boek ‘Len en zijn broer’?

En nu staat mijn 7-jarige voor me.
In de supermarkt.
Zonder voetbalplaatjesboek.
Maar wel met een grijns op zijn gezicht.

Waar ik dus niets van begrijp, want nog altijd zie ik geen sip gezicht.
Vragend kijk ik hem aan.

‘Ik kon het niet vinden’, zegt hij. ‘En toen zag ik iemand van de supermarkt. Maar ik durfde het niet te vragen. Dus ik liep door. En toen dacht ik bij mezelf: ik doe gewoon net als Arje. En toen heb ik het gewoon gevraagd aan de eerste van de supermarkt dit ik tegenkwam.’

De euforie spat van zijn gezicht af.
Dit is een overwinning. Een gigantische overwinning.
Triomfantelijk kijkt hij me aan.
‘En?’ vraag ik.
‘Het voetbalplaatjesboek ligt bij de servicebalie.’

____

Over het boek ‘Len en zijn broer’

Kinderen die opgroeien met een broer of zus met beperking, groeien net even anders op dan anders. In mijn voorleesboek ‘Len en zijn broer’ heeft Len’s broer Steef een verstandelijke beperking. Len is 7 jaar, en Steef is al 9. Maar hij lijkt soms nog wel een peuter. Hij kan nog niet eens zelf zijn jas dichtmaken. Soms wordt hij ineens heel erg boos. Hoe voelt dat voor Len? Hoe ervaart hij dat? Door het boek en de vragen achterin kun je zelf met je kind in gesprek. Lees het 1e hoofdstuk!

Lees meer blogs over de ervaring van brus Loek:

 

Gaat meedoen voor jouw kind (ook) niet vanzelf?

Ik ontdekte 3 vragen die het een stuk makkelijker maken.

Meer lezen

Şirin (37) en Noortje (36) kennen elkaar van de peuterklas en zijn sindsdien vriendinnen. Mijn nieuwsgierigheid naar hun vriendschap is groot: Şirin is mijn nichtje. Noortje heeft het Williams-Beuren Syndroom; hetzelfde syndroom als mijn zoon Arje.
In dit voorleesboek heeft Len’s broer Steef een verstandelijke beperking. Het verhaal geeft een kijkje in een gezin waarin opgroeien net even anders gaat dan anders. Maar bovenal is het een boek waarin iedereen meedoet.
Als Arje (9) naar het speeltuintje om de hoek wilt, gaat er altijd iemand mee. Maar wat zou het fijn zijn als Arje zelfstandig de deur uit kan wandelen. Om anderen te ontmoeten en samen te spelen. Kan Arje alleen naar de speeltuin?