Verhalen en ideeën voor wanneer meedoen niet vanzelf gaat

Deze keeper (7) is de held van het voetbalveld

Arje (9) gaat kijken naar de voetbalwedstrijd van broertje Loek (7). Fluitende scheidsrechters en schreeuwende mensen maken het moeilijk voor hem om ervan te genieten. Maar dan gebeurt er dit…

Deze keeper (7) is de held van het voetbalveld. Zo heet dit blog. Het is een verhaal. Op het eind glimlach je. Ik weet het zeker. 😉 Daar gaan we: op zaterdagochtend ga ik met Arje kijken naar Loeks voetbalwedstrijd. Als we de tandem neerzetten bij de club, wil hij meteen zijn geluidsbeschermer op. ‘Er-zijn-fluitjes,’ zegt hij.

Behoedzaam loopt hij tussen de voetbalvelden door. Een apart gezicht, want dit is ook zíjn club. De club waar hij elke woensdagavond traint in het door onszelf opgezette G-team. Nu is het een drukte van belang. Op elk veld worden wedstrijden gespeeld.

Arje houdt mijn hand vast en ik moedig hem aan met me mee te lopen naar het veld waar Loeks team aan het spelen is. ‘We gaan naar Loek kijken,’ herhaal ik steeds als ik voel dat hij aarzelt. Het liefst zou Arje rechtsomkeert maken en terugfietsen naar huis waar geen schreeuwende voetballers en onverwachte fluitsignalen klinken.

 

De wedstrijd

Als we aankomen staat Loeks team met 9-1 voor. Arje ziet opa, zwaait van een afstand, loopt naar hem toe om gedag te zeggen, maar krimpt ineen als het fluitsignaal klinkt. Zo snel als zijn voeten hem kunnend dragen vindt hij een plekje in de dug-out die het verst van de wedstrijd af ligt: de plek die hem de grootste kans oplevert om het fluitsignaal het minst te horen.

 

Gewonnen

Als het laatste fluitsignaal klinkt ten teken dat de wedstrijd afgelopen is, komt Arje uit zijn veilige honk.
‘Heeft-Loek-gewonnen?’ vraagt hij.
‘Ja,’ zeg ik.
‘Heeeeee!’ roept hij, terwijl hij het veld oprent. ‘Je-hebt-gewonnen, Loek!’

Loek krijgt een dikke knuffel midden op het veld. Dan zoekt Arje de rest van Loeks team op.
‘Je-hebt-gewonnen!’ roept hij, terwijl hij de ene na de andere high five uitdeelt. De tegenpartij kijkt even op naar de jongen die hard schreeuwend en mét geluidsbeschermer op, een rondje maakt langs alle spelers om hun overwinning te vieren.

 

Deze keeper (7) is de held van het voetbalveld

Dan is het tijd voor de penalty’s.
‘Geen-fluitje-meer?’ vraagt Arje.
‘Nee, geen fluitje meer,’ zeg ik.
Toch houdt hij zijn geluidsbeschermer angstvallig op.

De teams stellen zich zenuwachtig in twee rijen op, terwijl het publiek zich om het doel schaart.
Na het 7e schot loopt Arje onverwacht een paar passen naar voren.
‘Wil jij dadelijk ook Arje?’ nodigt Loeks trainer hem uit.
‘Ja!’ roept Arje.
‘Dan mag je straks ook!’ belooft Loeks trainer.

Arje wacht geduldig, terwijl hij juicht bij iedere bal die in het doel terecht komt.
Als beide teams helemaal klaar zijn, vraagt de trainer aan de 7-jarige keeper van de tegenpartij of hij blijft staan voor de laatste penalty. De keeper knikt. Dan roept Loeks trainer: ‘Kom maar, Arje, de keeper is er klaar voor!’

 

Schot

Opgetogen dat hij ook mag, loopt Arje zes… nee, het worden toch maar liefst twaalf passen naar achteren. Hij neemt z’n tijd. Ik glimlach. Arje vindt niets mooiers dan alle (vragende en vrolijke) blikken op zich gericht te voelen. Dan rent hij in een mooi bochtje naar voren, schiet… en scoort.

Ik ben trots. Hij probeert het vaak, maar meestal komt de bal naast het doel terecht. Ook Arje is verrast over zijn eigen doelpunt. Uitzinnig van blijdschap steekt hij een hand de lucht in. Euforisch neemt hij complimenten en schouderklopjes van Loek en zijn teamgenoten in ontvangst.

 

Deze keeper (7) is de held van het voetbalveld

In een lange, uitlopende rij van ouders en spelers lopen we terug naar het clubhuis. De tegenpartij baalt even flink van het verlies van de wedstrijd. Een herkenbare sfeer, want andersom zou dat precies hetzelfde zijn voor Loeks team. Ineens herkent Arje de keeper van de tegenpartij.

Net iets té triomfantelijk zegt hij:

‘Ik-heb-gescoord, hè?’

Koortsachtig probeer ik iets te verzinnen.
Een aardig zinnetje waardoor Arje’s enthousiasme een klein beetje aardiger klinkt en tegelijkertijd het gevoel van de keeper recht doet, maar het blijkt onnodig.

‘Dat was echt een mooi doelpunt,’ verzucht de keeper.

 

____

De 3 cruciale vragen die meedoen makkelijker maken

Is het voor jouw kind ook niet vanzelfsprekend om mee te kunnen spelen? Om vrienden te maken? Om speelafspraakjes te maken? Kan jouw kind ook niet zelf de straat op of de speeltuin in? Terwijl je kind het wél graag zou willen? Ik ontdekte dat er 3 vragen zijn die ik mezelf kan stellen om mijn zoon hierbij te helpen. Zo maak ik keuzes die niet uitgaan van mijn zorgen, maar van zijn sterke kanten. Ik schreef er een e-book over, dat ik gratis naar je toestuur. Zo wordt meedoen makkelijker!

 

Arje heeft hyperacusis: geluiden komen hard binnen. Meer lezen hierover kan in deze blogs:

 

Gaat meedoen voor jouw kind (ook) niet vanzelf?

Ik ontdekte 3 vragen die het een stuk makkelijker maken.

Meer lezen

Şirin (37) en Noortje (36) kennen elkaar van de peuterklas en zijn sindsdien vriendinnen. Mijn nieuwsgierigheid naar hun vriendschap is groot: Şirin is mijn nichtje. Noortje heeft het Williams-Beuren Syndroom; hetzelfde syndroom als mijn zoon Arje.
In dit voorleesboek heeft Len’s broer Steef een verstandelijke beperking. Het verhaal geeft een kijkje in een gezin waarin opgroeien net even anders gaat dan anders. Maar bovenal is het een boek waarin iedereen meedoet.
Als Arje (9) naar het speeltuintje om de hoek wilt, gaat er altijd iemand mee. Maar wat zou het fijn zijn als Arje zelfstandig de deur uit kan wandelen. Om anderen te ontmoeten en samen te spelen. Kan Arje alleen naar de speeltuin?