Verhalen en ideeën voor wanneer meedoen niet vanzelf gaat

Waarom spelen kinderen met een beperking niet in de speeltuin?

PODCAST: Waarom spelen kinderen met een beperking niet in de speeltuin? Waarom ging ik niet toen Arje klein was? Hoe kwam het dat ik er uiteindelijk tóch naar toe ging, ook al kon hij helemaal niet van de glijbaan, op een wipkip of op een schommel? Hoe ga je om met de confrontatie en het ongemak in de speeltuin?

Waarom spelen kinderen met een beperking niet in de speeltuin? Waarom ging ik niet toen Arje klein was? Hoe kwam het dat ik er uiteindelijk tóch naar toe ging, ook al kon hij helemaal niet van de glijbaan, op een wipkip of op een schommel? Hoe ga je om met de confrontatie en het ongemak in de speeltuin? We duiken er in deze nieuwe aflevering weer in!

Luister deze podcast via APPLE PODCAST  I  SPOTIFY

 

Waarom spelen kinderen met een beperking niet in de speeltuin?

Met Myrre van Dorp

Luister deze podcast via APPLE PODCAST  I  SPOTIFY

Ik verwijs in deze aflevering naar deze links:

 

Waarom spelen kinderen met een beperking niet in de speeltuin?

In deze aflevering vinden we een antwoord op deze vragen:

  • Hoe ontmoette mijn zoon andere kinderen toen hij tussen de 5-12 jaar was? (4:25)
  • Waarom lukt het kinderen met en zonder beperking niet om elkaar te ontmoeten? (11:50)
  • Welke obstakels komen ouders tegen? (14:30)
  • Hoe lukt het samen spelen? En hoe ongemakkelijk is dat? (19:00)
  • Wat kan helpen bij het samen spelen? (28:20)
  • Terugblik van Maud (36:17)

 

TRANSCRIPT

Aflevering 13: Waarom spelen kinderen met een beperking niet in de speeltuin?

Introductie

Welkom bij weer een nieuwe aflevering! En hij gaat over spelen! Waarom ging ik niet naar de speeltuin toen Arje klein was? Hoe kwam het dat ik er uiteindelijk tóch naar toe ging, ook al kon hij helemaal niet van de glijbaan, op een wipkip of op een schommel. Oh en het ongemak! En de confrontatie die ik in zo’n speeltuin voelde. Oef… big stuff. 

In deze aflevering ga ik het erover hebben en gelukkig doe ik dat niet alleen.

Ik babbel met Myrre van Dorp. Myrre en ik waren wildvreemden van elkaar, maar inmiddels niet meer. Myrre studeert sociaal werk aan de Hogeschool van Utrecht. Tijdens haar afstuderen is ze aangesloten bij het project Samen Spelen vanuit het lectoraat Duurzame Gemeenschappen. Ze willen personen in een kwetsbare positie de kans bieden om onderdeel uit te maken van de gemeenschap om mee te doen in de samenleving. 

Nu was er een inclusieve speeltuin, De Kloosterplantsoen in IJsselstein, dat ligt vlakbij Utrecht, en daar viel op dat meedoen voor kinderen met een zorgbehoefte niet vanzelfsprekend was. Er kwamen nauwelijks ouders met hun kind met een zorgbehoefte naar de speeltuin. En dat terwijl de speeltuin fysiek heel toegankelijk is. Hoe kan dit eigenlijk?

Myrre vond dit superinteressant, en besloot er in te duiken. Haar afstudeeronderzoek focust op hoe de dagelijkse sociale omgeving van kinderen met een beperking van invloed is op samen te spelen met leeftijdsgenoten.

Ze had naar mijn podcast geluisterd en stuurde me een berichtje. Daarin zei ze me dat ze voor haar afstudeeronderzoek verschillende ouders hierover interviewde en ze vroeg of ze mij ook mocht interviewen. En zo kwam het dat we een keer samen belden. Volgens mij hebben we wel 1,5 uur met elkaar gesproken over dit onderwerp. En toen ik ophing dacht ik: ‘waarom hebben we dit niet opgenomen?!’ 

We hebben toen direct een afspraak gemaakt om het gesprek nog eens dunnetjes over te doen, maar dan via zoom. Het gesprek kun je in deze aflevering beluisteren. 

De vorm is iets anders dan je gewend bent. Want ik interview haar niet, maar zij interviewt mij. 😉

We hebben het dus over spelen. Over waarom ik niet naar de speeltuin ging toen Arje klein was. En hoe het kwam dat ik er uiteindelijk tóch naar toe ging, ook al kon hij niet van de glijbaan, op een wipkip of op een schommel. We hebben het over het ongemak en de confrontatie die het brengt.

 

Hoe ontmoette Arje andere kinderen toen hij tussen de 5-12 jaar oud was?

Myrre
Maud, leuk dat ik je weer mag spreken. We hebben de vorige keer ook al gesproken over jouw ervaringen als moeder van Arje. En Arje heeft een verstandelijke beperking. En ik dacht misschien is het leuk als jij jezelf eerst even jezelf voorstelt voordat we beginnen. 

Maud
Ja, dat is goed. Ik ben Maud Wilms en ik heb twee zonen, de een is inderdaad Arje, hij heeft het Williams-Beuren-syndroom en hij is 14 en mijn andere zoon is 12 dat is Loek. Voor dit interview gaan we het vooral hebben over Arje denk ik. 

Myrre
We hadden vorige keer ook al gesproken, ik doe natuurlijk onderzoek naar inclusief buitenspelen. Ik heb jou gezien op Instagram en ik heb jouw podcast geluisterd. En zag eigenlijk hoe erg jij al bezig bent als moeder met buitenspelen en ook gewoon meedoen van maar een kind die net iets andere behoeften heeft. En dat vond ik eigenlijk heel inspirerend om te lezen, maar ook hoe je daar zelf mee bezig bent. Omdat je toch wel merkt dat voor veel ouders dit echt wel een drempel is. Of dat het ongemakkelijk is om te zeggen, mijn kind die doet ook mee. Want hoe kijk jij aan tegen samen meedoen voor jouw zoon, en samen spelen en omgaan met andere kinderen die geen speciale behoeftes hebben? 

Maud
Ja, dat is een grote vraag inderdaad. Kijk, hij is nu veertien. Dus als ik terugkijk naar die basisschooltijd, dus tot en met twaalf ongeveer. Misschien moet ik daar even mee beginnen. Ik denk dat dat het fijnste is. Het grote voordeel was voor Arje dat hij naar de basisschool in de buurt kon gaan. Hij heeft daar zijn eigen programma gevolgd met zijn eigen leerdoelen en ging ieder jaar over met de klas. Dus het wil niet zeggen dat hij de exacte leerdoelen die horen bij dat schooljaar behaalde. Hij volgde zijn eigen leerprogramma, zijn eigen leerlijn. En de school vond ook dat dat sociale aspect voor hem heel erg belangrijk was. En ik weet tegelijkertijd dat het feit dat hij naar een reguliere basisschool in de buurt ging, dat dat klinkt alsof dat allemaal poets-paf in één keer geregeld was. Dat was niet zo. En het is ook zo dat het iets is wat voortdurend aandacht vraagt. Laat ik het zo zeggen. En dat het eigenlijk, Arje is nu alweer veertien. Dat toen we een reguliere basisschool zochten. Dat is dus eigenlijk nu zo’n tien jaar geleden. Dat dat nu nog steeds heel uitzonderlijk is. Als kinderen met een beperking zoals hij die heeft naar een reguliere basisschool konden gaan. 

Myrre
Regulier onderwijs, zoals we dat noemen in Nederland. Om hem toch een paar dagen per week in die klas, in die school te krijgen, wat voor veel ouders nu enorm moeilijk is om een kind gewoon in het regulier onderwijs te krijgen. Dat vond ik zelf ook wel bijzonder om te lezen, dat jij dat eigenlijk gewoon voor gevochten hebt van mijn kind die hoort er ook bij en waarom worden we allemaal zo apart gezet eigenlijk. Wat we in de samenleving heel snel doen als je kind al een andere behoefte heeft van daar hebben we speciale medische dagverblijven voor, daar hebben we speciaal onderwijs voor. Maar waardoor je dus dat dat dus inderdaad die kloof tussen kinderen met andere behoeftes en kinderen die zeg maar om het even te noemen normaal ontwikkelen, dat dat dus niet zo makkelijk meer samenkomt. En dan ook in de buurt wordt dat al minder ontwikkeld. 

Maud
Ja, want het voordeel inderdaad van dat hij in de buurt naar school ging, was dat hij op school allemaal kinderen ontmoette die in de buurt wonen. En dat maakt ook, weet je, als je s’morgens naar school loopt of fietst, dat hebben we afgewisseld, dan begint het daar al. Vanaf het moment dat jij de deur uitstapt, zie je andere kinderen die naar school gaan.

Zie je de andere gezinnen die de kinderen naar school brengen. Als ik hem ’s middags ging ophalen, waren daar de andere kinderen. Dus het is zoveel meer dan alleen naar school gaan. Het is een hele cultuur eigenlijk die daar omheen hangt. Die je meekrijgt als je als kind in de buurt naar school gaat.

En dat is heel anders dan wanneer je met een busje wordt opgehaald en naar de andere kant van de stad wordt gebracht. De bus is eigenlijk al een geïsoleerde omgeving. Dus dat naar school gaan had niet alleen maar invloed op het schoolleven, maar was veel groter. Want dat begon direct wanneer je de deur uitstapte.

Myrre
Ja dat kan ik me voorstellen. Je groeit ook niet op in de basisschool in de buurt als je op speciaal onderwijs ver weg zit waar je elke dag met een busje heen wordt gebracht en dan is ja dan zijn je contacten natuurlijk ook niet als kind zijn ook niet direct bij je buren te vinden. Omdat je kind kent misschien dat andere kind ook niet. En als er dan ook weinig wordt gespeeld buiten. En dat is lastig. Of om met je kind naar buiten te gaan. Dan kan ik me voorstellen dat dat contact ook heel lastig is. Om dat te ontwikkelen. Ja, en eigenlijk wordt je dan als kind, wordt kinderen dan die kans ook heel erg ontnomen om dat voor elkaar te krijgen.

Maud
Want als ik op het schoolplein stond en ik ging hem halen en ik ging Loek halen, dan sta je daar met allemaal andere ouders en daar wordt afgesproken om te spelen. Er werd ook met Arje gespeeld. Dat ontstond gewoon. Dat was er gewoon. En natuurlijk zitten daar ook heel veel aspecten nog aan. Waar we het misschien zo over kunnen hebben. Maar dat ontstaat omdat hij er is.

En als hij er niet is, dan had hij die kinderen… Hij heeft al lang met ze gespeeld op het schoolplein. Hij heeft al lang met ze gespeeld in de bouwhoek. Of in de poppenhoek. Of in de, nou ja, wat voor hoek er ook is.

Ze hebben al lang samen gezongen en samen gegeten en samen dus die die stap is is veel kleiner.

 

Waarom lukt het kinderen met en zonder beperking niet om elkaar te ontmoeten?

Myrre
En toch vind ik het wel bijzonder want daar hadden jij en ik het de vorige keer ook even kort over, dat je zelf uit het onderwijs kwam waardoor het voor jou ook wel nou ja je wist de weg eigenlijk en de mazen van de wet noemen ze het ook wel eens, dat je gewoon weet van, hé, ik weet hoe ik hier een zaak van kan maken, waar het voor andere ouders misschien heel lastig is om te zeggen, hé, maar mijn kind kan ook gewoon meedoen. En wat wij dan ook merken in het buitenspelen, van hé, mijn kind hoort er ook gewoon bij, dat is gewoon zo’n, van nee, mijn kind hoort er ook gewoon bij. Dat is gewoon zo’n ongemak waar je dan over spreekt. Dat je je toch elke keer heel hard moet maken. En je wordt ook wel als ouder zo meegezogen in allerlei zorgsystemen. En dan moet je eigenlijk bij alles wat je voor je kind voor elkaar wil krijgen, moet je weer energie steken. En dat lijkt me ook wel heel lastig. En dat ben jij wel aangegaan. 

Maud
Ja, ik denk dat je als ouder, kijk, toen Arje klein was en dan bedoel ik zeg tussen de nul en de vier jaar, het eerste wat eigenlijk gebeurd is, er moet voor hem gezorgd worden en dat is ontzettend nodig. Ik bedoel, er waren verschillende medische zaken die gewoon geregeld moeten worden maar je wordt dus direct in een soort medische wereld gezogen en wanneer je dan wat tijd over hebt gaat die op aan aan regelzaken en ook gewoon voor je kind zorgen wat veel langer duurt. Iedere voeding, iedere ontwikkelingssprong, het slapen, eigenlijk het fysiek ontwikkelen, het kruipen, het zitten, het allemaal dat soort zaken, het praten, bij alles is hulp nodig. Dus dan komt er fysiotherapie, logopedie, je week gaat op aan dat soort dingen. En ik weet nog dat ik, en volgens mij vertelde ik je dat de vorige keer ook, dat ik naar de winkel was gegaan met hem.

Dan had ik een vrije dag, ik werkte drie dagen. En op mijn vrije dag ging ik dan met hem naar de supermarkt en dan wandelde ik. En dan had ik even een wandeling gecombineerd met, ik haal even wat boodschappen. En toen had ik een keer een andere route naar huis. En daar kwam ik de buurman tegen met zijn twee kleine kinderen. En die zei, Maud, we gaan de eendjes voeren, ga je mee? En ik had op dat moment echt geen idee dat er vlak bij ons in de buurt een plek was waar je eendjes kon voeren. En ik woonde daar al vijf jaar en ik dacht dat ik redelijk goed geaard was in de buurt waar ik woonde. Maar ik had geen flauw idee. En ik had ook gewoon nooit geen tijd. Ik ging niet naar buiten voor de lol. Want op die speeltoestellen kon Arje niet. Want hij kon nog helemaal niet zitten. Wat heeft hij dan aan zo’n wipkip? Of een schommel, daar kon hij helemaal niet op. Want hij had die balans niet. Dus daar was ik niet te vinden. Dus je ontmoet in die eerste drie, vier jaar, is het al gewoon heel moeilijk om die kinderen te ontmoeten. Want het is ook helemaal niet uitnodigend om dan daar naartoe te gaan. Dat de buurman dat dan vervolgens vraagt en dat ik zie dat daar eendjes zijn en andere ouders met hun kinderen dat haar vervolgens ook een speeltuintje is met een was een andere soort schommel waar hij wel in kon… Ja dat zijn de de dingen maar die die dus heel erg belangrijk zijn eigenlijk in die eerste vier jaar en dan hangt dat dus een beetje van geluk af. Of je daar wel of niet mee in aanraking komt. En dat was toen heel belangrijk. Toen dacht ik, oh, maar zo kan het dus ook. En als ik, die buurmeisjes die waren al helemaal gewend aan hem. Die wachten op hem als hij met zijn rollatertje langskwam. En zei op hun fietsjes. En dan gingen ze met z’n drieën het speeltuintje rond. Maar als die elkaar nooit ontmoet hadden dan ja dat dat wordt eigenlijk steeds moeilijker. Hoe ouder kinderen worden hoe moeilijker dat is en als je elkaar dan niet ontmoet dan ja dan loopt dat spaak. 

Myrre
Ja ja dat is echt wel mooi wat jij vertelde inderdaad. Dat het contact begint eigenlijk al gewoon in de buurt. Maar ja, als je elkaar niet kent of als je misschien wordt aangekeken van wat heb jij dan met je kind of waarom zit je kind in een rolstoel. En als je elkaar dus daarin ook niet weet nou ja wat de ander nodig heeft dat dat kan ik me voorstellen dat dat contacten dan heel moeizaam gaat en dat het echt gaat om ja elkaar leren kennen ook weten wat de ander nodig heeft maar ook als ouders denk ik dat je elkaar daarin ook moet leren kennen en dat het ook wel gaat om een duurzame band en dan uiteindelijk samen tot iets komen of samen tot bewegen. Dat merk ik ook wel veel bij andere ouders, dat dat veel terugkomt. Ik had zo graag gewild dat mijn kind in de buurt een ander kind had gekend en dat ze gewoon samen konden opgroeien eigenlijk. 

 

Welke obstakels komen ouders tegen?

Maud
En wat zien andere ouders als obstakels daarin?

Myrre
Ja, toch ook wel dat je in de speeltuin komt en dat je eigenlijk niemand kent. En dat je vooral zelf heel erg bezig bent met het spelen met je kind. En dat je zo graag zou willen zien dat ook andere mensen en andere kinderen je kind meenemen van hey doe je met ons mee en dat het nu toch nog wel echt ja een soort van blokkade is en meer kijken naar en niet het maken van nou echt een praatje of het contact met elkaar leggen en dat wat jij ook al noemde van als ik nou een buurman had gehad die aan zou kloppen van hey ga je mee? Dat als je al samen bent, dat dat samen tot spelen komen, dat dat dan makkelijker gaat als je er ook samen heen gaat. 

Maud
Kan ik me, dat snap ik wel, want zodra ik ergens heen ga en ik ben met hem alleen, dan is het vaak moeilijk. Nu scheelt het dat hij makkelijk contact maakt. Dus ik loop wat te zoeken naar… Ja, hij maakt ook zelf heel makkelijk contact. Maar hij is ook altijd wel het vreemde jongetje. Dat is het vreemde jongetje. Want je kan hem niet direct verstaan. Hij loopt een beetje… Als je hem ziet lopen, denk je… Wat is er met dat jongetje? Weet je, dat gevoel is dat. Dus hij is een beetje vreemd. Maar zodra wij samen zijn… ofwel met een ander gezin of wel met andere kinderen en andere kinderen zien die we niet kennen hoe hij omgaat en hoe die andere kinderen die wij kennen omgaan met hem, dan is dat dan is die gêne weg dan is die ja dan dan is er iets weg dan dan is het alsof het alsof het oh zo dat. Of, oh maar er is eigenlijk helemaal niks geks. Want het wordt bijna dan voorgedaan. Dat is het. Het is net alsof het voorgedaan wordt en anderen daarin dan vervolgens mee kunnen, want die zien allang dat die kinderen waarmee wij mee zijn, dat die dat heel makkelijk en daar is ook aan gebouwd, ik zeg niet dat dat, maar dat dat dus gewoon kan. En dat breekt het vaak wat open. Ja. Maar dan moet je die wel kennen, inderdaad, die kinderen. En dan moet je dus toch naar die speeltuin gaan. Ik nam bijvoorbeeld ook wel eens vanaf dat moment dat ik dacht, hé, hier is een speeltuin waar het wel kan, dan nam ik een kleed mee. Want Arje kon heel lang niet zitten of kruipen of bewegen. Dan nam ik een kleed mee met speeltjes die hij leuk vond. En dan als kinderen dichterbij kwamen, dan liet ik zien van, zo kun je het doen. Of dit vindt hij leuk. Of hé, hou je van zingen. Want daar hield hij van. En dan was er contact. En die kinderen zag je dan een andere keer weer.

En dan bouwde je eigenlijk dat op die manier langzaam op. Want het gevaar is inderdaad. En dat merk ik. Dat heeft echt niet alleen te maken in die beginfase van 0 tot 4 jaar. Dat is later ook. Het gevaar is gewoon dat je zelf met je kind gaat spelen. Er is niks mis mee. Ik vind het heel goed om zelf met je kind te spelen.

Maar we mogen ook faciliteren. Van hé, als jij het zo doet, dan lukt het hem. Of als jij dit zegt, dan kan hij mee. Of hé, misschien kunnen we het spelletje makkelijker maken. Hoe zouden we dat kunnen doen? En als je op die manier gaat zoeken, dan voelen kinderen zich ook, want kinderen hebben ook een beetje dat vertrouwen nodig. Van, hé, maar hoe doe ik dat dan? Sommige kinderen zijn super makkelijk, hè? Die pakken dat direct op. Andere kinderen zijn wat aarzelender. En dan mogen we, denk ik, echt helpen en uitleggen. En dat is ongemakkelijk. 

Myrre
Dat is ongemakkelijk. Ik wou zeggen, ik vind dat wel heel mooi wat jij zegt. Maar ik denk dat dat voor veel ouders juist nog… Ja, dat die stap nog te groot is om dat dan ook zelf te gaan faciliteren. Want wat ik dan ook zie, ik ben veel in de speeltuin aanwezig, in IJsselstein. En dan hebben we ook een samenspeelmoment. En dan spreek ik ook wel eens met ouders. En dan spreek ik ook wel eens met ouders. Maar dan zeggen ze ook van ja, maar het is zo lastig, want het is ook niet dat die andere ouders eventjes contact met je maken. Je moet het allemaal zelf doen. Maar ik ben wel benieuwd en misschien ook voor andere ouders wel mooi om te horen hoe jij dan wel elke keer de deur uitgaat en zegt ik ga wel weer vertellen wat Arje nodig heeft en hoe je met Arje om kan gaan wat maakt dat jij dat wel ja doet eigenlijk om het maar zo te zeggen?

 

Hoe lukt het samen spelen? En hoe ongemakkelijk is dat?

Maud
Ik moet meteen denken aan dat Arje heel goed is wel in het imiteren van andere kinderen. Dus als hij iemand ziet die iets doet, dan wordt hij daardoor gemotiveerd op de een of andere manier. Dus het kopiëren van het gedrag is iets wat hij, denk ik, graag doet, soms ook te overdreven doet. Het is wel iets waar een ingang zit bij hem. Dus als hij omringd is door kinderen, die in die periode toen hij jong was, zag lopen,

dan wist ik een aantal dagen of soms weken later dat er iets van een groei zou zijn. Hij wilde dat ook. Of als hij bepaalde kinderen zag horen zingen of horen praten, dat interesseerde hem op de een of andere manier dan veranderde zijn gezicht in een in een bepaalde hij heeft een hele mooie leerhouding alles gaat langzaam maar als gaat heel traag heel langzaam maar hij werd daardoor wel heel erg geprikkeld om het om iets ook te doen om iets ook te doen, om iets ook te willen. Dus toen ik dat zag, toen dacht ik wel van ja, dan is het dus zaak dat hij veel andere kinderen ontmoet.

En op een medisch kinderdagverblijf nam hij het gedrag van de kinderen op een medisch kinderdagverblijf mee naar huis. En dat is niet altijd gunstig, omdat ook die kinderen niet goed kunnen praten en niet goed kunnen lopen. En het is een fantastische plek, dat medisch kinderdagverblijf, waar die heen ging met alle zorg en alle vragen waar wij terecht konden met al onze vragen. Maar het was geen talige omgeving, het was ook geen mobiele omgeving, want alle kinderen konden niet lopen. Dus hoe moet je het dan leren als je geen andere kinderen ziet die wel kunnen praten of die wel kunnen lopen?

Dus ik denk dat dat een belangrijke was, omdat ik besefte van ja, als hij iedereen nadoet, maar hij ziet geen andere kinderen die wel lopen, wel praten. Hoe moet hij het dan leren? Dus ik denk dat dat een belangrijke was.

Maar eerlijk is eerlijk, in die beginjaren ging ik ook niet. Ik ging ook niet. Want dat was geen plek voor hem. Of dan moest hij met zijn rollator en de buurmeisjes op hun fietsjes. Ja, dat is confronterend. Dat doet pijn. Dat is niet leuk. Maar als ik dan zag hoe hij genoot en hoe ze zo op die manier dat toch op elkaar wachten en op elkaar reageerden en denk ik ja dan ben ik gek als ik het niet doe. Dus toen begon ik daar gewoon wat meer tijd voor te pakken. En ja ongemak, ik wil altijd wel zeggen hij is nu 14 en het ongemak gaat weg. Maar dat ongemak dat gaat niet weg dat blijft.

Het is wel ook dat idee als je vanaf het begin van het van het leven van je kind hebt gehoord ja we hebben speciale plekken en speciale scholen… en er is speciale gym en er is speciale voetbal… en er is een speciale tandarts en er is een spec… alles is speciaal en we zorgen heel goed voor je kind… dan is het heel moeilijk om te geloven dat je kind ook in een gewone…  een gewoon onderdeel mag zijn van de buurt. Dat zit in je hoofd en dat gaat er ook niet meer uit.

En dan ben je ook bang dat dat bij je andere ouders ook zo is. De ouders van de andere kinderen die dan geen contact maken in de speeltuin. Want je voelt je toch gewoon aangekeken. En hopelijk niet weggekeken, maar wel dat aangekeken. En ja, dat is niet altijd makkelijk. Dat is niet altijd makkelijk. 

Myrre
Nee, nee. Ik vind het wel mooi dat jij dat zegt. Dat je eigenlijk gewoon zelf heel erg bent gaan inzien van… hey, misschien wel door die ene ontmoeting met die buurman en dat buurmeisje. Dat je bent gaan inzien, ik zie hoeveel Arje hier zelf uit kan halen. En ook hoeveel plezier wat jij zegt hoeveel plezier ze daar samen kunnen hebben als ze als ze dat vaker doen en als ze samen vaker gaan opgroeien en hoeveel Arje daar dus ook weer van kan leren dat is wel ja het is wel mooi dat je dat als moeder natuurlijk in kan zien ondanks zo die druk en die zorg en alle dingen waar je mee bezig bent. Ik denk dat het ook wel moeilijk is om in te zien hoe belangrijk het is om ook gewoon mee te doen, omdat altijd wordt verteld van nou, je kind heeft deze, deze en deze behoeftes allemaal nodig. Terwijl dat inclusiviteit en dat samen en dan ook wel inclusie waar we dan in Nederland heel erg mee bezig zijn. En dat dat wel, ja, wel heel belangrijk belangrijk is maar wel een hele lange weg nog is voordat dat uiteindelijk echt inclusief gaat zijn. 

Maud
Ja dat denk ik ook dat is een kwestie van de lange adem denk ik ook omdat ik nu dan tien jaar later dat Arje dan naar de reguliere school ging en en dat dat dat we dat samen met het team van school en begeleiding en ouders mogelijk maakte en dat heeft zoveel gebracht en zoveel opgeleverd en niet alleen in Arje’s leven dat is dus veel groter dan dat. Ik denk dat de kinderen in zijn klas maar ook de kinderen op school echt heel erg gezien hebben dat hij er ook mag zijn. En dat hij het ontzettend leuk vindt om onderdeel te zijn van zo’n omgeving. En dat hij daar dan met een geluidsbeschermer staat. Of dat hij bij een schooluitje op een tandem fietst in plaats van een gewone fiets. Of dat hij… Ik herinner me nog, er werd altijd heel hard gezongen bij een verjaardag bijvoorbeeld op school. En daar had hij last van. Want dan was hij bang voor die harde hoera bij de kleuters en ik weet nog in groep 3 dat de juf zei oké Arje is nu bijna jarig is zijn feestje hoe kunnen we ervoor zorgen dat ja dat hij dan ook een leuk feestje heeft en toen kwam de klas met ‘we doen een zachte hoera’ en dat dat is zo gebleven voor de rest van het schooljaar zelfs. Zodat als die dan een feestje had en dan gingen ze naar een speel, weet ik veel, een speel, ja, een indoor speeltuin.

En dan is er zo’n, hoe zeg je dat, zo’n begeleider van die speeltuin die dan de taart uitdeelt en nog even lekker hard hoera gaat zingen. En dan fluisterden de kinderen in, ‘wij doen een zachte hoera’. Dat was dat zo’n onderdeel van hun en het wil niet zeggen dat dat je altijd en overal maar de rekening mee moet houden met hem dat denk ik niet. Ik weet ook dat ouders zeggen, soms is hij ook even alleen op zo’n feestje.

Of dan zit hij ook even alleen. Ja, dat is Arje ook. Die houdt van het samen, maar die heeft ook even tijd alleen nodig. En dat regelt hij vaak zelf. En dat is ook oké. Het is een voortdurend zoeken naar en hoe is het ook gewoon goed? En waar zit de meerwaarde? Dus ik ben nu even helemaal je vraag kwijt.

Myrre
Ik ben het zelf ook een beetje kwijt. Maar inderdaad dat het heel erg ging over, wat de lange adem we eigenlijk moeten hebben voordat het echt in Nederland inclusief gaat zijn. En ik kom er in mijn onderzoek ook heel erg achter dat die ene buurman en dat contact in de buurt en elkaar gewoon leren kennen, dat dat eigenlijk heel belangrijk is als stap voordat je naar de speeltuin gaat, maar wel om uiteindelijk samen tot spelen te komen.
Maar hoe zie jij dat eigenlijk als moeder? Wat had jou daarin nou geholpen? Want dat contact is uiteindelijk bij jou met Arje en andere kinderen wel ontstaan, omdat je ook zag hoeveel plezier ze daarin hadden. Maar wat zou nou kunnen helpen in zo’n buurt of in zo’n gemeenschap. Om toch die ouders en de kinderen wat meer in contact te krijgen. Om tot samen spelen te komen. Ik zat zelf ook al te fantaseren. Hoe breng je ze dan samen? Want je wilt er toch wel iets in gaan betekenen. Omdat ik nu merk dat dat toch wel de grootste behoefte is.

Om gewoon elkaar eens te leren kennen. Voordat je tot samen spelen komt, moet je eerst weten wat de ander nodig heeft. En ook het leven ook allemaal zo geïsoleerd tegenwoordig.

 

Wat kan helpen bij het samen spelen?

Maud
Ik denk dat het ook vooral… Kijk, zodra… Ik hield bijvoorbeeld ook de buurtblaadjes in de gaten. En zodra er iets stond van, er is iets, er wordt iets georganiseerd. Bij ons was dat bijvoorbeeld paaseieren zoeken met Pasen. Of op Koninginnedag slash Koningsdag werd er van alles gedaan. Maar bijvoorbeeld ook een soort muziek op schoot. Of in sommige kerken is bijvoorbeeld ook kerk op schoot. Of in sommige buurthuizen wordt iets gedaan of in een bepaalde speeltuin en wanneer er staat het is voor iedereen dan moet je dus ook denken het is dus ook voor mijn kind. Dus je je zodra er staat het is voor kinderen met een beperking over dus voorkeur uit dan voel je als ouder heel erg uitgenodigd ach dit is speciaal voor mijn kind. Dit is speciaal voor… En dat is ook heel goed. Doe dat vooral ook. Ik zeg niet dat dat niet moet of niet kan. Doe dat vooral ook. Maar zodra er ergens staat, het is voor álle kinderen, voel je je dan ook gewoon aangesproken dat dat voor jouw kind is.

En trek die stoute schoenen aan en ga erheen. En het gaat gebeuren. Ik kan het gewoon op een presenteerblaadje aangeven, dat het is mij ook overkomen, het gaat gebeuren dat mensen er iets van vinden dat jij er bent nou ik heb ook wel eens gehoord van hij heeft hier niets aan laat hem toch thuis en dan kan je denken oh ja zie je ik hoor niet zie jij heeft er niets aan zie je, ik hoor hier niet, zie je, hij doet niet mee met die paaseieren rapen, hij staat alleen maar bij die fanfare te kijken.

Maar dat is óók meedoen. Het mag ook op zijn manier meedoen. En wat heeft hij dan nodig? Ik merk, bij alles wat georganiseerd wordt, zijn extra mensen. Want er worden mensen extra gemobiliseerd om vrijwilliger te zijn. Vraag iemand heel direct, hé, mijn kind wil nu ook graag die paaseieren zoeken, of mijn kind wil ook meer rennen, of wat het dan ook is. Wil jij met hem lopen? Of wil jij met hem? Dus dat soort van durven vragen van, hé, wil jij of kun jij? Wil jij of kun jij?

En dan gewoon gaan. En als je meer kinderen hebt, gewoon gaan. En zorg dat je eventueel extra hulp hebt. Vraag een ouder buurmeisje, een oudere buurjongen, of ga met een ander gezin. Dan wordt alles lichter en alles makkelijker. Maar dat begint echt, denk ik, met dat vragen van, hé, ik wil graag ook naar de speeltuin, ga eens met me mee. Of wil je, hé, ik zie dat jij bent op woensdagmiddag ook thuis. Zullen we eens een keer samen naar die speeltuin gaan? Of zo’n keer.

Ik denk dat mijn kind het heel leuk vindt, maar ik vind het soms ook een beetje moeilijk. Ga je mee? En dat is kwetsbaar en dat is moeilijk. Maar ik denk wel dat het daarmee begint. En de grap is, ik zeg dit heel gemakkelijk nu.

En tegelijkertijd is Arje nu 14. En hoe ouder hij wordt, hoe moeilijker dit wordt. Want pubers gaan veel meer hun eigen gang. En de behoefte, de mate waarin ze hun ouders nodig hebben, die is veel kleiner. Dus hoe jonger de kinderen zijn hoe makkelijker het is om aan te haken. Dus maak ook vooral gebruik van die ja van die leeftijd van die alle kinderen op de basisschool hebben hun ouders nodig misschien minder dan jouw kind maar echt wel in een bepaalde mate. Dus ja, niet te veel aarzelen en het gewoon doen.

En ook gewoon accepteren dat het ongemakkelijk wordt. 

Myrre
Ja, ik vind dat wel heel mooi wat je zegt inderdaad. Dat dat samen gaan naar de speeltuin. En ik zie ook, wij hebben ook vrijwilligers in die speeltuin lopen. Ik dacht ook al, hé, die kunnen ook eigenlijk een hele mooie rol betekenen om te faciliteren dat ze er zijn, ook voor ouders en kinderen die andere behoeftes hebben. Maar dat contact leggen en gewoon eens aanbellen misschien wel bij je buren of bij je buurman of buurvrouw. Dat daarin zou ik, tenminste als ik dan kijk vanuit mijn rol als sociaal werker, zou je toch iets willen organiseren of betekenen om die stap naar, hey ga je met me mee, nog iets makkelijker te maken. Maar ik vind het heel mooi dat je al zegt van, hé, als ik in die buurt al meer contact heb als ouder, en dat gaat vanzelf en dan vanuit daaruit ontstaat er iets, denk dat dat eigenlijk inderdaad de essentie is van om meer inclusie in de maatschappij te gaan krijgen. En elkaar gewoon te leren kennen.

Maud
Ja, en ik denk ook inderdaad van, als we in de tuin blijven, of in je huis blijven, dan lukt het sowieso niet. Dus al is het ‘ik maak iedere dag…’ want ik weet niet wat mogelijk is hè, iedere ouder en ieder gezin heeft weer zijn eigen moeilijkheden en uitdagingen. Dus het is vooral ook kijken naar wat past dan bij mij, wat past bij ons? Want het gaat vaak over een gezin, niet alleen over een kind, ook over een gezin. Al is het een bepaald wandelingetje wat vaker gebeurd, al is het we laten de hond van de buurman uit, al is het we pakken dat speeltuintje, altijd, elke woensdagmiddag. Om een terugkerend iets… of we gaan altijd op die dag naar de bieb. En ik bedoel, het zal niet altijd lukken om er iets wekelijks van te maken. Dat lukt niet altijd. Maar een bepaalde regelmaat, en dan vooral iets in de buurt. Want kinderen verplaatsen zich makkelijk in de buurt. Dus ook al gaat je kind naar een andere school aan de andere kant van de stad. Kijk hoe je in de buurt dat voor elkaar te krijgen. Door er ook vooral te zijn, daar begint het denk ik.

Myrre
Supermooi verhaal van jou als moeder en te luisteren naar wat jullie allemaal meemaken en jullie ervaringen. En welke dingen wel helpend zijn. En welke dingen daarin soms nog lastig zijn. En de diversiteit van de gezinnen en de beperkingen zijn zo divers. Maar er is wel een basis van contact maken en elkaar leren kennen en er zijn om uiteindelijk mee te kunnen doen. Dus ik wil je heel er bedanken voor je verhaal en je ervaringen. Heel mooi om te horen.

Maud
Heel graag gedaan. Heel veel succes ook met jouw onderzoek. Ben heel benieuwd naar de resultaten.

Myrre
Dankjewel. 

 

Terugblik van Maud

Dankjewel Myrre voor je mooie, open vragen. 

Zoals je zult begrijpen ben vooral ook heel benieuwd naar de aanbevelingen van haar afstudeeronderzoek. En hoop dat ik die tegen die tijd ook weer met je kan delen.

Er zijn een aantal dingen uit ons gesprek waarop ik wil terugkijken. Maar toen ik bezig was met het ordenen van mijn gedachten, merkte ik dat ik veel meer wil delen dan eigenlijk in één aflevering past. Volgende week ga ik dus uitgebreid terugblikken op deze aflevering. Want hoe wordt spelen in de speeltuin nu écht makkelijker? Ik doe dat door het delen van 7 dingen, of misschien worden het wel meer dingen die me hielpen om toch naar die speeltuin te gaan, of dingen die me hielpen om er in die speeltuin iets fijns van te maken.

Heb jij tips, hoe maak jij het makkelijker? Of misschien heb je juist wel vragen speciaal over dit onderwerp? Geef het me dan vooral door. Dat mag via instagram @makkelijkermeedoen of via mail, ik zet mijn mailadres in de shownotes, en als je via Spotify luistert, dan kun je ook een voiceberichtje in spreken. 

Tot slot het laatste oproepje. Er zijn al een aantal luisteraars die mij hebben laten weten welke vragen zij hebben over samen spelen en opgroeien in de buurt. Je kunt dit nog steeds doen. De vragenlijst staat open. Vragen die eruit voort komen, kan ik weer beantwoorden in een nieuwe aflevering. Dus vul ‘m vooral in!

Dankjewel voor het luisteren en tot de volgende!!

 

Gaat meedoen voor jouw kind (ook) niet vanzelf?

Ik ontdekte 3 vragen die het een stuk makkelijker maken.

Meer lezen

PODCAST: Waar zijn de kinderen met een handicap? Het is iets wat ik me soms ook afvraag. Waar ís iedereen? De kinderen en ouders op de Grote SamenSpeeldag hebben wel een antwoord op die vraag. Luister naar deze spontane, wervelende aflevering.